Hoewel Chaga (Inonotus obliquus) al eeuwenlang bekend is in de volksgeneeskunde, moet het gebruik in de moderne fytotherapie gebaseerd zijn op betrouwbare wetenschappelijke bewijzen. Wat weten we vandaag echt over de effecten? Hier is een samenvatting van de belangrijkste bevindingen uit een review van Szychowski uit 2021 in het Journal of Traditional and Complementary Medicine.
Traditie versus wetenschap – waarom Chaga bestuderen?
Chaga wordt al lang gebruikt in Rusland, China en Korea als middel ter ondersteuning van gezondheid en vitaliteit. In de 21e eeuw moeten de toepassingen echter worden geverifieerd volgens evidence-based medicine (EBM). In een artikel gepubliceerd in het Journal of Traditional and Complementary Medicine analyseerden onderzoekers gegevens uit zowel in vitro- als in vivo-studies om te beoordelen of de eigenschappen van Chaga wetenschappelijk gerechtvaardigd zijn.
Een rijkdom aan actieve verbindingen – wat bevat Inonotus obliquus?
De publicatie benadrukte dat de biologische activiteit van Chaga voornamelijk te danken is aan de aanwezigheid van:
- β-glucanen – immunoactieve polysacchariden,
- Triterpenen en terpenoïde derivaten,
- Fenolen en melanines – krachtige antioxidanten,
- Sterolen en ergosterol – met ontstekingsremmende en hormonale activiteit,
- Enzymen (bijv. superoxide dismutase – SOD), die vrije radicalen neutraliseren.
De auteurs merkten op dat de effectiviteit van deze verbindingen sterk afhangt van de gebruikte extractiemethode – er werden aanzienlijke verschillen gevonden tussen water-, alcohol- en ultrasone-extracten.
Lees ook: Fouten bij het gebruik van functionele paddenstoelen – hoe ze te vermijden
Antikankereffecten – wat tonen in vitro- en in vivo-studies aan?
Volgens Szychowski en collega's heeft Chaga aangetoond de groei van verschillende kankercellijnen te kunnen remmen, waaronder long-, lever-, dikke darm-, borst-, eierstokkanker en gliomen. De werkingsmechanismen omvatten:
- Inductie van apoptose – geprogrammeerde celdood in kankercellen,
- Remming van celmigratie en invasie,
- Toegenomen oxidatieve stress in kankercellen – door selectief het ROS-niveau te verhogen.
Bijzonder veelbelovend waren de resultaten met Chaga in combinatie met afgiftesystemen zoals nanodeeltjes, die het cytotoxische effect tegen kankercellen versterkten.
Immunomodulatie en ontstekingsremmende activiteit – adaptogene eigenschappen
De review benadrukte ook Chaga's belangrijke invloed op het immuunsysteem. Waargenomen effecten waren onder andere:
- Vermindering van pro-inflammatoire cytokines (IL-6, IL-1β, TNF-α),
- Verhoogde activiteit van macrofagen en NK-cellen,
- Invloed op NF-κB- en MAPK-signaleringsroutes, die beide sleutelrollen spelen in ontstekings- en auto-immuunprocessen.
In diermodellen toonde deze berkenparasiet beschermende effecten tijdens de loop van inflammatoire darmziekte.
De invloed van Chaga op glucose-lipidenmetabolisme en type 2 diabetes
Dierstudies (inclusief bij diabetische ratmodellen) rapporteerden:
- Verbetering van insulineresistentie via activatie van de PPARγ-receptor,
- Verminderde bloedglucose- en triglycerideniveaus,
- Ondersteuning van de regeneratie van pancreatische eilandjes β-cellen.
Deze bevindingen suggereren dat Chaga een veelbelovende kandidaat kan zijn voor klinisch onderzoek als metabole ondersteuningsagent, vooral bij prediabetische en insulineresistente aandoeningen.
Conclusies – wat zegt de wetenschap momenteel over Chaga?
De auteurs concludeerden dat Chaga een breed spectrum aan biologische activiteit vertoont. Hoewel de meeste studies zijn uitgevoerd op celculturen en dieren, bieden de verzamelde gegevens een sterke basis voor:
- Chaga erkennen als een potentieel functioneel voedingsmiddel,
- Initiëren van klinische proeven in overeenstemming met EBM-principes.
Gecontroleerde humane studies zijn nog nodig, maar de huidige experimentele gegevens zijn uitgebreid en veelbelovend.
Lees ook: Ollywell - kwaliteit waarop u kunt vertrouwen
Wetenschappelijke bron:
Szychowski K.A., Foks H., Szechyńska-Hebda M., Szychowski K. (2021).
Inonotus obliquus – van volksgeneeskunde tot klinisch gebruik.
Tijdschrift voor Traditionele en Complementaire Geneeskunde, 11(3), 293–302.